Toggle Navigation
Games
Blog
News
Class PIN
Join for Free
Sign in
Toggle Navigation
Games
PIN
Join for Free
Blog
Pricing
News
Contact us
Help center
Sign in
Study
Studiemeter unit 5: grammatica 2: moeten <> niet ...
0
%
0
0
0
Back
Restart
I ( must / had to ) wait in the hospital for four hours last night.
had to. Ik moest gisteravond vier uur wachten in het ziekenhuis. Verleden tijd moeten is altijd "had to".
Oops!
Okay!
I know that I ( must / shouldn’t have ) hit him but I couldn’t help it!
shouldn't have. Ik weet dat ik hem niet had moeten slaan maar ik kon er niets aan doen!
Oops!
Okay!
(Moeten ) you always be this difficult?
Must. Moet je altijd zo moeilijk doen?
Oops!
Okay!
My sister ( doesn’t have to / must not ) pay rent, my parents pay it for her.
doesn't have to. Mijn zus hoeft geen huur te betalen, mijn ouders betalen het voor haar.
Oops!
Okay!
We ( must not / will have to ) meet up the day before I move to Australia. I have to stay in quarantaine then.
must not. We mogen elkaar de dag voordat ik naar Australië verhuis niet ontmoeten.
Oops!
Okay!
Meeting in progress. Do not disturb. You ( have to / mustn’t ) enter the room.
mustn't. Je mag de kamer niet binnengaan.
Oops!
Okay!
Sorry! Lift is out of order. You ( have to / mustn’t ) use the stairs.
have to. Je moet de trap gebruiken.
Oops!
Okay!
Last week we all ( moesten ) do a dance.
had to. Vorige week moesten we allemaal een dans(je) doen. Verleden tijd moeten is altijd "had to".
Oops!
Okay!
They ( don’t have to / have to ) come to school today because it is Sunday.
don't have to. Ze hoeven vandaag niet naar school te komen want het is zondag.
Oops!
Okay!
I ( must / don’t have to ) ask you to turn your phone off, right now.
must. Ik vraag je om je telefoon nu uit te doen.
Oops!
Okay!
Marissa told me I ( hoefde niet ) clean the toilets.
did not have to. Marissa vertelde mij dat ik de toiletten niet schoon hoefde te maken.
Oops!
Okay!
Your experience on this site will be improved by allowing cookies.
Allow cookies