Study

word order

  •   0%
  •  0     0     0

      Back   Restart
  • John bought a house in last year in London. Juist / onjuist.
    Onjuist
  • Robert left his glasses at school this morning. Juist / onjuist.
    Juist
  • We sometimes eat an English breakfast on Fridays. Juist / onjuist.
    Juist
  • The grasshopper is sitting on the flower. Voeg het bijvoeglijk naamwoord toe op juiste plek (green)
    The green grasshopper is sitting on the flower.
  • In winter it often snows in the mountains in Austria. Juist / onjuist.
    Juist
  • De regel die ik moet onthouden is: Wie ...
    Wie - doet - wat - waar - wanneer
  • he to town after breakfast often Mrs Hodges takes. Put in the right order.
    He often takes Mrs Hodges to town after breakfast.
  • Twice a day George his teeth brushes. Put in the right order.
    George brushes his teeth twice a day.
  • Waar zetten we het bijvoegelijk naamwoord neer? Denk aan zelfstandig naamwoord.
    Voor zelfstandig naamwoord
  • To hospital he went and cut his finger. Put in the right order.
    He cut his figner and went to hospital.
  • Als je twee plaatsbepalingen in de zin zet, welke zet je dan als eerste neer (klein of groot)? (office - New York)
    klein eerst
  • German on Monday doesn't study she. Put in the right order.
    She doesn't study German on Monday.
  • meet at the sports ground they after dinner always their friends. Put in the right order.
    They always meet their friends at the sports ground after dinner.
  • Soms mag de tijd ook vooraan, maar alleen ....
    als je extra nadruk wil leggen op de tijd
  • He walked his dog every day. Voeg het bijvoeglijk naamwoord toe op juiste plek (aggresive)
    He walked his aggresive dog every day.
  • James send a message to his mother. Voeg het bijvoeglijk naamwoord toe op juiste plek (lovely)
    James send a lovely message to his mother.
  • Welke zet je als eerste neer in de zin: tijd of plaats?
    Plaats voor Tijd
    • Your experience on this site will be improved by allowing cookies.