Study

Ga je mee naar de winkel?

  •   0%
  •  0     0     0

  • Som 3 dingen op die je bij de bakker kan kopen
    brood, pistolet, koffiekoek
  • geef een voorbeeld van iets dat je zo weinig mogelijk eet
    chips - frisdrank - frietjes - alcohol - ....
  • som 3 soorten fruit op
    kiwi, appel, peer, ...
  • som 3 soorten groenten op
    komkommer, tomaat, sla, ....
  • wat is het meervoud van de kiwi?
    kiwi's
  • geef een ander woord voor slager
    de beenhouwer
  • hoe zeg je dat je iets niet lekker vindt?
    ik lust dat niet - ik vind dat niet lekker - bah
  • waar koop je een boormachine?
    in de doe-het-zelf-zaak
  • vul aan: zwarte koffie = koffie ..... melk en suiker
    zonder
  • vervoeg het werkwoord smeren (T.T en V.T)
    T.T: ik smeer - jij smeert - hij/zij/het smeert - wij/jullie/zij smeren  --------------V.T.: ik/jij/hij smeerde - wij/jullie/zij smeerden
  • Raadsel: het is geel en zuur.
    de citroen
  • wie bakt het brood?
    de bakker
  • vervoeg het werkwoord bakken in T.T en V.T
    T.T.: ik bak - jij bakt - hij/zij bakt - wij/jullie/zij bakken -------------V.T.: ik/jij/hij bakte - wij/jullie/zij bakten
  • Raadsel: het is wit en krijg je van de koe .
    melk
  • vul aan: 2 .... kaas
    sneetjes
  • Hoe heet het kleintje van het varken?
    het biggetje
  • Hoe heet het kleintje van de koe?
    het kalf
  • geef een andere naam voor jam
    confituur
  • Geef een andere naam. Ik voeg peper en zout toe bij het vlees
    ik kruid