Study

Das Verb 'hebben' im Imperfekt

  •   0%
  •  0     0     0

  • U ... toch twee honden, meneer en mevrouw De Vries?
    had
  • Jan ... vroeger een goudvis.
    had
  • Wij ... vroeger een hond.
    hadden
  • Jij ... vroeger een goudvis.
    had
  • Jan en Jannie ... vroeger twee honden.
    hadden
  • ... jij vroeger ook een kat?
    Had
  • Jullie ... vroeger ook een hond.
    hadden
  • Sandra ... vroeger een hond.
    had
  • Ik ... vroeger een kat.
    had
  • ... u vroeger een hond, meneer Van Veen?
    Had