Study

Regelmatig voltooid deelwoorde

  •   0%
  •  0     0     0

  • mijn huiswerk niet maken (ik)
    Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt
  • Nederlands leren (we)
    We hebben Nederlands geleerd
  • spaghetti bolognaise koken (hij)
    hij heeft spaghetti gekookt
  • lang duren (het)
    Het heeft lang geduurd
  • lang bellen (we)
    We hebben lang gebeld
  • op de vraag antwoorden (ik)
    ik heb op de vraag geantwoord
  • op het internet surfen (jullie)
    Jullie hebben op het internet gesurft
  • een stripverhaal tekenen (we)
    We hebben een stripverhaal getekend
  • met nieuwe vrienden kennismaken (we)
    We hebben met nieuwe vrienden kennisgemaakt
  • zijn piano oefenen (hij)
    Hij heeft zijn piano geoefend
  • voetbal spelen (je)
    Je hebt voetbal gespeeld
  • voor de basketbalwedstrijd trainen (ze)
    Ze heeft/hebben voor de basketbalwedstrijd getraind
  • op het feest van de school dansen (ze)
    Ze heeft/hebben op het feest van de school gedanst
  • muziek beluisteren (jullie)
    jullie hebben muziek beluisterd
  • de bus missen (hij)
    Hij heeft de bus gemist
  • van zomervakantie dromen (ik)
    Ik heb van zomervakantie gedroomd
  • mijn kamer opruimen (ik)
    Ik heb mijn kamer opgeruimd
  • een nieuwe vriend ontmoeten (je)
    Je hebt een nieuwe vriend ontmoet
  • het formulier invullen (we)
    We hebben het formulier ingevuld
  • de hele klas uitnodigen (Mijn moeder)
    Mijn moeder heeft de hele klas uitgenodigd