Study

lieu de vie, age, anniversaire, fratrie, goûts

  •   0%
  •  0     0     0

  • Hoe heet je broer? (Leo)
    Mijn broer heet Leo
  • Wat eet je graag? (glaces)
    Ik eet graag ijsjes.
  • Waar woon je? (dans un village)
    Ik woon in een dorp.
  • Heb je broers of zussen? (un demi-frère)
    Ik heb een halfbroer.
  • Wanneer ben je jarig? (le 31 août)
    Ik ben op éénendertig Augustus jarig
  • Wanneer ben je jarig? (le 11 mars)
    Ik ben op elf maart jarig
  • Wat eet je graag? (moules)
    Ik eet graag mosselen
  • Wat eet je niet graag? (chicon)
    Ik eet niet graag witloof
  • Heb je broers of zussen? (une demi-soeur)
    Ik heb een halfzus.
  • Waar woon je ? (Brabant-Wallon)
    Ik woon in Waals-Brabant
  • Wanneer ben je geboren? (en juillet)
    Ik ben in Juli geboren.
  • Heb je broers of zussen? (enfant unique)
    Nee, ik ben enig kind
  • Heb je broers of zussen? (1 frère de 18 ans)
    Ik heb een broer van achttien.
  • Wanneer ben je jarig? (en novembre)
    Ik ben in November jarig
  • Wat eet je graag? (poisson)
    Ik eet graag vis.
  • Waar woon je? (dans une ville animée)
    Ik woon in een drukke stad
  • Waar woon je? (près de la gare)
    Ik woon dichtbij het station.
  • Waar woon je? (sur une place)
    Ik woon op een plein
  • Heb je broers of zussen ? (1 frère et 1 soeur)
    Ik heb een broer en een zus.
  • Waar woon je? (dans un quartier tranquille)
    Ik woon in een rustige buurt
  • Waar woon je ? (à la campagne)
    Ik woon op het platteland.
  • Heb je broers of zussen? (une soeur jumelle)
    Ik heb een tweelingzus.
  • Hoe heet je tweelingzus? (Lea)
    Mijn tweelingzus heet Lea.
  • Op welke dat ben je geboren? (le 12 mai)
    Ik ben op twaalf mei geboren