Kan je komen? RIT5 Brio 1

............................................................. hebben we Nederlands --> mardi de la semaine prochaine

Volgende week gaan we op ................................. --> excursion

Hij verkleedt zich als harry potter, hij gaat naar een .....................................................! -->fête costumée

Wanneer spelen we de volgende ................................? --> match

De leerlingen willen een klassenfeest ............................................. --> organiser

De leraar L.O. organiseert een ................................... --> journée sportive

................................................ is het januari--> le mois prochain 

De buren organiseren altijd een ............................................... --> fête de quartier

Wanneer organiseert Meneer de directeur het ........................................... .? --> fête de l'école

...................................... kan ik niet naar de training! --> Après-demain

Ik organiseer een ......................--> fête

........................ je naar de fuif? --> Viens (venir)

Het .............................................. heeft altijd veel succes! --> tournoi de football

Neem je morgen deel aan de ....................................? --> chasse aux talents

Kom je bij mij logeren? Ik .............   je ................. ! --> invite(r)

Ze is dertien overmorgen : ga je naar haar .................................?--> fête d'anniversaire

................................................................... is het vrijaf! --> Mercredi de la semaine prochaine

We kunnen niet naar het ................................. gaan! --> fête de famille