Game Preview

Personalpronomen NL

  •  German    15     Public
    Personalpronomen als Objekt und nach Praepositionen
  •   Study   Slideshow
  • Ik hoor (dich) niet.
    je/jou
  •  15
  • Ik zie (ihn).
    hem
  •  15
  • Ik weet (es) niet.
    het
  •  15
  • Ik geef (ihr) een boek.
    haar
  •  15
  • Ik ga met (ihnen) naar Parijs.
    hen
  •  15
  • Ik geef (ihnen) een boek.
    hun
  •  15
  • Ik geef een boek aan (ihnen).
    hen
  •  15
  • Je boeken? Ik heb (sie) niet gezien.
    ze
  •  15
  • Ik geef (ihnen) bloemen.
    hun
  •  15
  • Ik geef bloemen aan (ihnen).
    hen
  •  15
  • Ik heb (Sie) niet gezien in de trein.
    u
  •  15
  • Heb je (mich) niet gezien?
    mij/me
  •  15
  • Je kunt bij (uns) blijven.
    ons
  •  15
  • Ik hoor (euch) niet.
    jullie
  •  15
  • Ik heb (ihr) geholpen.
    haar
  •  15