Het is onze huwelijksverjaardag en ik wil graag bloemen kopen. Waar kan ik dat doen?
Dat kan je bij de bloemist.
Hij wil een boek kopen waar moet hij zijn?
Hij moet naar de boekhandel om een boek te kopen.
Ik ben erg verkouden, waar kan ik medecijn kopen?
Je kan ze kopen bij de apotheek.
Ik wil mijn vriendin een ring kopen, waar kan ik dat doen?
Je moet naar de juwelier.
Waar kan ik een pakje verzenden?
Dat kan je bij het postkantoor
Waar gaan we elke zaterdag?
Elke zaterdag gaan we naar de supermarkt.
Waar zijn de mensen?
Ze zijn in het museum.
Waar kan ik als toerist informatie krijgen over deze stad?
Je moet naar de toeristische informatie.
Waar werkt ze?
Ze werkt in het ziekenhuis.
Waar zet ik mijn auto als ik ga winkelen?
Ik zet mijn auto op de parking / de parkeerplaats.
Waar gaan ze om hun auto te vullen?
Ze gaan naar de benzinepomp.
Waar zijn de kinderen?
Ze spelen in de speeltuin.
Waar kan ik geld sparen?
Bij de bank!
Waar kijken de supporters naar de match?
Ze kijken naar de match in het stadion.
Waar gaan we elke zondag?
Elke zondag gaan we naar het restaurant.
Waar kan ik vers vlees kopen?
Je kan vers vlees kopen bij de slager.
