Bamboozle H4 | Baamboozle - Baamboozle | The Most Fun Classroom Games!

English 25 Public

English

Study Slideshow

Noem de 3 rijtjes op van het werkwoord: beginnen

(to) begin, began, begun

15

Noem de 3 rijtjes op van het werkwoord: bouwen

(to) build, built, built

15

Noem de 3 rijtjes op van het werkwoord: pijn doen

(to) hurt, hurt, hurt

15

Noem de 3 rijtjes op van het werkwoord: doen

(to) do, did, done

15

Vervoeg de zin in de juiste tijd (present simple of present continuous): Wij lopen nu door het bos met de hond.

We're walking the dog in the forest right now.

20

Vervoeg de zin in de juiste tijd (present simple of present continuous): Zij loopt altijd met de hond door de stad.

She always walks the dog through the city.

20

Vervoeg de zin in de juiste tijd (present simple of present continuous): Tamara geeft ons les in het Engels.

Tamara teaches us in English.

15

Vervoeg de zin in de juiste tijd (present simple of present continuous): Ik eet in de ochtend brood met kaas.

I eat bread with cheese in the morning.

15

Vervoeg de zin in de juiste tijd (present simple of present continuous): Elena viert haar verjaardag in de les vandaag.

Elena is celebrating her birthday in class today.

15