Game Preview

Ein Wetterbericht auf Niederlaendisch.

  •  German    20     Public
    Bilde den richtigen Satz.
  •   Study   Slideshow
  • nu/dan/En/weer./het
    En dan nu het weer.
  •  15
  • wordt/Het/weer./slecht
    Het wordt slecht weer.
  •  15
  • regenen./gaat/Het
    Het gaat regenen.
  •  15
  • goed/weer./Het/wordt
    Het wordt goed weer.
  •  15
  • zon/De/schijnen./gaat
    De zon gaat schijnen.
  •  15
  • 25/Het/graden./wordt
    Het wordt 25 graden.
  •  15
  • koude/wordt/Het/dag./een
    Het wordt een koude dag.
  •  15
  • gaat/Het/stormen.
    Het gaat stormen.
  •  15
  • zon./de/schijnt/Morgen
    Morgen schijnt de zon.
  •  15
  • het/oosten/In/regenen./gaat/het
    In het oosten gaat het regenen.
  •  15
  • blijft/droog./het/In/westen/het
    In het westen blijft het droog.
  •  15
  • warm./wordt/Het
    Het wordt warm.
  •  15
  • Het/sneeuwen./gaat
    Het gaat sneeuwen.
  •  15
  • 's Avonds/het/gaat/onweren.
    's Avonds gaat het onweren.
  •  15
  • koud./wordt/het/In/het/noorden
    In het noorden wordt het koud.
  •  15
  • In/zuiden/het/het/warm/wordt.
    In het zuiden wordt het warm.
  •  15