Game Preview

Rechtschreibung auf niederlaendisch

  •  German    10     Public
    Was ist richtig geschrieben?
  •   Study   Slideshow
  • De (groot) groote/grote man.
    grote
  •  15
  • De (hoog) hooge/hoge positie.
    hoge
  •  15
  • Wij (lopen) loopen/lopen naar huis.
    lopen
  •  15
  • De (lang) laange/lange nacht.
    lange
  •  15
  • Jan en Rita (eten) eeten/eten brood.
    eten
  •  15
  • 1 schaap, 2 schaapen/2 schapen
    2 schapen
  •  15
  • 1 oog, 2 oogen/ 2 ogen
    2 ogen
  •  15
  • De (kort) koorte/korte rok.
    korte
  •  15
  • De (laag) laage/lage tafel.
    lage
  •  15
  • Wij (maken) maaken/maken een taart.
    maken
  •  15