Game Preview

Vul de goede vorm van het perfectum in.

  •  Dutch    20     Public
    perfectum Nederlands
  •   Study   Slideshow
  • Gisteren (eten) .... we in en restaurant ... .
    hebben ... gegeten
  •  15
  • Maja en Ton (rijden)... vorige week naar Aken ... .
    zijn ... gereden. (wohin)
  •  15
  • We (verhuizen) ... van Utrecht naar Keulen ... .
    zijn ... verhuisd. (wohin)
  •  15
  • Ik (zijn) ... afgelopen jaar in Berlijn ... .
    ben ... geweest
  •  15
  • Anne en Henk (fietsen) ... zijn afgelopen week naar Utrecht ... .
    zijn ... gefietst. (wohin)
  •  15
  • Na het ontbijt (aankleden) ... ze zich ... .
    heeft ... aangekleed.
  •  15
  • Ik (fietsen) ... urenlang door Amsterdam ... .
    heb ... gefietst. (wo)
  •  15
  • Hij (werken) ... de hele dag ... .
    heeft ... gewerkt.
  •  15
  • Christian (eten) ... veel vlees .... .
    heeft ... gegeten.
  •  15
  • Hij (drinken) ... ook veel bier ... .
    heeft ... gedronken.
  •  15
  • Marcus (rijden) ... de hele dag door Keulen ... .
    heeft ... gereden. (wo)
  •  15
  • Wat (doen)... jij ... ?
    heb ... gedaan?
  •  15
  • Ik (lopen) ... naar huis ... .
    ben ... gelopen. (wohin)
  •  15
  • Hij (lopen) ... de hele middag in het park ... .
    heeft ... gelopen. (wo)
  •  15
  • Jij (maken) ... jouw huiswerk niet ... .
    hebt... gemaakt.
  •  15
  • Hij (fietsen) ... naar school ... .
    is ... gefietst. (wohin)
  •  15