Game Preview

Vul het goede werkwoord in.

  •  Dutch    20     Public
    Werkwoorden in het Nederlands.
  •   Study   Slideshow
  • Ik (bedoelen) ... dat blonde meisje daar.
    bedoel
  •  15
  • Maren, (dragen) ... je soms een bril?
    draag
  •  15
  • Piet (kijken) ... vanavond nog een uur t.v.
    kijkt
  •  15
  • (Kunnen) ... je de man even beschrijven?
    Kun
  •  15
  • Hij (staan) ... 's morgens om 7 uur bij de bushalte.
    staat
  •  15
  • Mijn oom (hebben) ... een witte snor.
    heeft
  •  15
  • Marleen (zijn) ... een aardig meisje.
    is
  •  15
  • Hans en Irma (leren) ... veel Duitse woorden.
    leren
  •  15
  • Hij (werken) ... de hele dag.
    werkt
  •  15
  • (Oefenen) ... jij veel voor het examen?
    Oefen
  •  15
  • (Werken) ... jij bij Opel?
    Werk
  •  15
  • U (hebben) ... een mooi huis.
    heeft/hebt
  •  15
  • Wij (eten) ... vegetarisch.
    eten
  •  15
  • Ik (lezen) ... veel boeken.
    lees
  •  15
  • Jullie (praten) ... te veel.
    praten
  •  15
  • Waarom (zijn) ... je zo langzaam?
    ben
  •  15