Game Preview

Winkels en plaatsen in de stad

  •  Dutch    20     Public
    winkelen - gemakkelijk
  •   Study   Slideshow
  • Waar koopt mijn vader bloemen?
    Hij koopt ze bij de bloemist.
  •  15
  • Waar kan ik een boek kopen?
    Dat kan je doen bij de boekhandel.
  •  15
  • Ik ben verkouden waar kan ik medicijnen kopen?
    Je kunt medcijnen kopen bij de apotheek.
  •  20
  • Hij wilt een pakje opsturen.
    Dan moet hij naar de post / het postkantoor.
  •  15
  • Ik ga eten kopen voor mijn gezin, waar ga ik naartoe?
    Je gaat naar de supermarkt.
  •  10
  • We gaan iets drinken, waar zijn we?
    Jullie zijn in de bar
  •  10
  • Mijn broer kijkt graag naar kunstwerken.
    Hij gaat naar het museum
  •  10
  • Waar spelen de kinderen?
    De kinderen spelen in de speeltuin.
  •  15
  • Waar kan ik mijn geld bewaren?
    Je kunt je geld in de bank bewaren.
  •  10
  • Waar zijn de fans?
    De fans zijn in het stadion.
  •  15
  • Waar gaan ze naartoe?
    Ze gaan naar het restaurant.
  •  15
  • Waar koop ik vlees?
    Ik koop vlees bij de slager.
  •  15
  • Waar wachten we?
    We wachten aan de bushalte.
  •  15
  • Waar is hij?
    Hij is op school.
  •  10
  • Waar werkt hij?
    Hij werkt in de bakkerij.
  •  20
  • Waar ben ik?
    Ik ben in de bioscoop / de cinema
  •  15